PROG0418 - Seasons
Determine the season for a given date. You may assume that seasons begin and end at fixed dates as given in the table below.
season | start date | end date |
---|---|---|
spring | 21 March | 20 June |
summer | 21 June | 22 September |
autumn | 23 September | 20 December |
winter | 21 December | 20 March |
Input
The day $d \in \mathbb{N}$ ($1 \leq d \leq 31$) and the name of the month for a given date, each on a separate line.
Output
A sentence that states what season it is at the given date. Use "It is season on month day." as a template for the description, where snippets in italics have to be filled in based on given and computed information.
Example
Input:
15 March
Output:
It is winter on March 15.
Bepaal het seizoen op een gegeven datum. Hierbij mag je ervan uitgaan dat het begin en het einde van de seizoenen vastligt op de datums weergegeven in onderstaande tabel.
seizoen | begindatum | einddatum |
---|---|---|
lente | 21 maart | 20 juni |
zomer | 21 juni | 22 september |
herfst | 23 september | 20 december |
winter | 21 december | 20 maart |
Invoer
De dag $d \in \mathbb{N}$ ($1 \leq d \leq 31$) en de naam van de maand van een gegeven datum, elk op een afzonderlijke regel.
Uitvoer
Een omschrijving die aangeeft welk seizoen het is op de gegeven datum. Gebruik "Het is seizoen op dag maand." als template voor de omschrijving, waarbij de cursieve fragmenten moeten ingevuld worden op basis van gegeven en berekende informatie.
Voorbeeld
Invoer:
15 maart
Uitvoer:
Het is winter op 15 maart.
Added by: | Peter Dawyndt |
Date: | 2013-09-11 |
Time limit: | 10s |
Source limit: | 50000B |
Memory limit: | 1536MB |
Cluster: | Cube (Intel G860) |
Languages: | PY_NBC |
Resource: | None |