PROG0417 - Goldilocks principle
The Goldilocks principle states that something must fall within certain margins, as opposed to reaching extremes. When the effect of this principle is observed, it is referred to as the Goldilocks effect.
The Goldilocks principle is derived from the children's story "The Three Bears" in which a little girl named Goldilocks finds a house owned by three bears. Each bear has its own preference of food and beds. After testing all three examples of both items, Goldilocks determines that one of them is always too much in one extreme (too hot or too large), one is too much in the opposite extreme (too cold or too small), and one is "just right".
The Goldilocks principle has applications across many disciplines like chemistry, biology, astrobiology, development psychology, …
Input
Five lines containing in the following order: a value, a lower boundary, an upper boundary, the quality of the low value and the quality of the high value. You may assume that the first three values are integers and that the lower bound is less than the upper bound.
Output
An observation that can be made about the value. Each value in between the lower and upper bound is considered to be "just right", including the lower and upper bound themselves.
Example
Input:
20 10 30 cold hot
Output:
just right
Example
Input:
10 20 30 cold hot
Output:
too cold
Example
Input:
30 10 20 cold hot
Output:
too hot
Het goudlokjesprincipe stelt dat een bepaalde waarde binnen twee grenzen moet vallen, in plaats van extreme waarden aan te nemen. Als men de effecten van dit principe observeert, spreekt men ook wel van het goudlokjeseffect.
Het goudlokjesprincipe is afgeleid van het kinderverhaal "De drie beren". In dit verhaal vindt een meisje — Goudlokje genaamd — een huis dat bewoond is door drie beren. Elke beer heeft zijn eigen voorkeur voor eten en bedden. Na alle drie exemplaren van beide zaken te testen, beslist Goudlokje steeds dat één van hen steeds te veel in het ene extreme ligt (te warm of te hard), terwijl een andere te veel in het andere extreme ligt (te koud of te zacht), en de derde is altijd "juist goed".
Het Goudlokjesprincipe heeft zijn toepassing in verschillende takken van de wetenschap, zoals chemie, biologie, astrobiologie, ontwikkelingspsychologie, …
Invoer
Vijf regels die op volgorde bevatten: de waarde, de ondergrens, de bovengrens, de eigenschap van te lage waarden en de eigenschap van te hoge waarden. Je mag ervan uitgaan dat de eerste drie waarden gehele getallen zijn en dat de ondergrens kleiner is dan de bovengrens.
Uitvoer
De observatie die gemaakt kan worden over de waarde. Alle waarden die tussen de onder- en bovengrens liggen zijn "juist goed", inclusief de onder- en bovengrens zelf.
Voorbeeld
Invoer:
20 10 30 koud warm
Uitvoer:
juist goed
Voorbeeld
Invoer:
10 20 30 koud warm
Uitvoer:
te koud
Voorbeeld
Invoer:
30 10 20 koud warm
Uitvoer:
te warm
Added by: | Peter Dawyndt |
Date: | 2013-09-11 |
Time limit: | 10s |
Source limit: | 50000B |
Memory limit: | 1536MB |
Cluster: | Cube (Intel G860) |
Languages: | PY_NBC |
Resource: | None |