PROG0274 - Haiku

no tags 

Haiku is a short Japanese poetic form which typically meets the following three conditions:

  • The essence of haiku is "cutting" (kiru). This is often presented as the putting together of two images or ideas, separated by a cutting word (kireji). This is a kind of verbal punctuation mark that indicates the time of the separation, and gives color to the way in which the composite elements are connected.
  • The traditional haiku consists of 17 on (also referred to as morea) in three phrases of respectively 5, 7 and 5 on. Each of these three phrases can end with the cutting word. Although it is often said that a haiku is made out of 17 syllables, this is not entirely correct, as syllables and on are not the same.
  • A reference to the seasons (kigo), which is usually taken from a saijiki, a comprehensive list of seasonal words. Most kigo - but certainly not all - also refer to nature. This, combined with the history of haiku in pre-industrial Japan, gave rise to the mistaken impression that haiku should be nature-bound poems.

The poetic form originated from older forms in Japan in the 17th century because of the rivalry between several great poets, of whom Matsuo Basho probably is the best known master. The application back then was a hokku, the opening stanza of the renga, a linked poem, including the tan renga or as the first part of the tanka. At the end of the 19th century Masaoka Shiki finally made the opening stanza hokku into an independent poem: the haiku. Strictly speaking, the older poems of this kind should therefore be called hokku, even though it was not uncommon for the honorable beginning verse to be written without the expectation that a renga would follow. One of the most famous haikus, actually a hokku, is written by Matsuo Basho and reads:

furu ike ya
kawazu tobikomu
mizu no oto

A possible translation could be:

at the age old pond
a frog leaps into water
a deep resonance.

Input

The input consists of the three phrases of a poem, each on a separate line.

Output

If the lines of the poem consist of 5, 7 and 5 on, respectively, then the text "This is a haiku." should appear. Otherwise the text "This is not a haiku." should appear. Although not entirely correct, the number of on in a text should be determined by the number of sequences of vowels (a, e, i, o, u or y) in the text. Make no distinction between uppercase and lowercase letters.

Example

Input:

 snow mixes with rain
 my mother keeps calling me
 by my brother's name

Output:

This is a haiku.

Haiku is een korte Japanse dichtvorm die typisch voldoet aan de volgende drie voorwaarden:

  • De essentie van haiku is het "snijden" (kiru). Dit wordt vaak voorgesteld als het naast elkaar plaatsen van twee beelden of ideeën, met daartussen een snijwoord (kireji). Dit is een soort verbaal leesteken dat het moment van de scheiding aanduidt en kleur geeft aan de manier waarop de samengestelde elementen verbonden worden.
  • De traditionele haiku bestaat uit 17 on (ook morea genoemd) in drie fasen van respectievelijk 5, 7 en 5 on. Elk van deze drie fasen kan eindigen met het snijwoord. Hoewel vaak gezegd wordt dat een haiku uit 17 lettergrepen is opgebouwd, is dit toch niet helemaal correct aangezien lettergrepen en on niet hetzelfde zijn.
  • Een verwijzing naar de seizoenen (kigo) die meestal genomen wordt uit een saijiki, een uitgebreide lijst van seizoensgebonden woorden. De meeste kigo — maar zeker niet allemaal — verwijzen ook naar de natuur. Dit, in combinatie met de ontstaansgeschiedenis van haiku in het pre-industriële Japan, gaf aanleiding tot de verkeerde indruk dat haiku noodzakelijk natuurgebonden gedichten moeten zijn.

De dichtvorm is in de 17e eeuw in Japan uit oudere vormen ontstaan door de wedijver tussen verschillende grote dichters, waarvan Matsuo Basho waarschijnlijk de bekendste meester is. De toepassing was toen de hokku, de aanzetstrofe voor de renga, een kettinggedicht, waaronder de tan renga of als eerste deel van de tanka. Pas aan het eind van de 19e eeuw werd door Masaoka Shiki het begingedicht hokku verzelfstandigd tot de haiku. Strikt genomen zijn daarmee de oudere gedichten van deze vorm hokku, ook al was het niet ongewoon dat het eervolle beginvers geschreven werd zonder de verwachting dat er een renga mee geschreven werd. Een van de beroemdste haiku, feitelijk een hokku, is van de hand van Matsuo Basho en luidt:

furu ike ya
kawazu tobikomu
mizu no oto

of in een mogelijke vertaling

Ach oude vijver
de kikkers springen er in
geluid van water.

Invoer

De invoer bestaat uit de drie fasen van een gedicht, elk op een afzonderlijke regel.

Uitvoer

Indien de regels van het gedicht bestaan uit respectievelijk 5, 7 en 5 on, dan moet de tekst "Dit is een haiku." uitgeschreven worden. Anders moet de tekst "Dit is geen haiku." uitgeschreven worden. Hoewel niet geheel correct, moet het aantal on van een tekst hierbij bepaald worden als het aantal opeenvolgingen van klinkers (a, e, i, o, u of y) in de tekst. Hierbij mag geen onderscheid gemaakt worden tussen hoofdletters en kleine letters.

Voorbeeld

Invoer:

door zomerregens
zijn de kraanvogelpoten
korter geworden 

Uitvoer:

Dit is een haiku.


Added by:Peter Dawyndt
Date:2012-08-27
Time limit:10s
Source limit:50000B
Memory limit:1536MB
Cluster: Cube (Intel G860)
Languages:PY_NBC
Resource:None